Naar aanleiding van een nieuwe amnestiewet in Rusland,
aangenomen vanwege het twintigjarig bestaan van de Russische Federatie, is
gisteren de oligarch Michail Chodorkovski vrijgelaten. Chodorkovski, rijk
geworden door zijn oliebedrijf Yukos na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie,
wordt gezien als één van de meest uitgesproken tegenstanders van de Russische
president Vladimir Poetin. De manier waarop hij zijn fortuin vergaarde, door
het voor een spotprijs opkopen van staatsbedrijven na de ondergang van de
Sovjet-Unie, wordt vaak vergeleken met de praktijken van zogenaamde robber barons in de Verenigde Staten in
de achttiende eeuw. Zij werden eveneens rijk door zonder scrupules gebruik te
maken van steekpenningen, politieke invloed, goedkope arbeid en natuurlijke
hulpbronnen.
De term robber baron
werd voor het eerst gebruikt in de augustuseditie van het tijdschrift The Atlantic Monthly in 1870 om enkele
van de rijkste zakenmensen van de Verenigde Staten te beschrijven. Zij werden
omschreven als robber barons omdat
zij, in de ogen van het gewone publiek, misbruik maakten van hun macht en
rijkdom om nog meer welvaart te vergaren. De term robber barons, of roofridders, komt uit het middeleeuwse Europa,
waar edelen in het Heiliger Roomse Rijk hoge tolbedragen eisten voor het
gebruik van wegen en de rivier de Rijn. Deze roofridders kregen soms
toestemming van de Heilige Roomse Keizer om tol te heffen, maar deden dit ook
vaak op eigen houtje. Zij spanden bijvoorbeeld kettingen over de rivier zodat
schepen niet door konden varen zonder excessieve tolbedragen te betalen. Hier
bleef het echter niet bij, in sommige gevallen werden de schepen gekaapt,
leeggeroofd of werd de bemanning tegen losgeld gegijzeld.
Na het gebruik door The
Atlantic Monthly raakte de term robber
baron in de laatste decennia van de negentiende eeuw steeds verder
ingeburgerd om enkele van de rijkste industriëlen van de Verenigde Staten te
beschrijven. Deze zakenmensen hadden controle over natuurlijke hulpbronnen als
olie, steenkool, ijzererts en grote aandelen in de spoorwegen en de financiële
sector. Zij oefenden grote invloed uit op de politiek, die ze met
steekpenningen beïnvloedde, betaalden zeer lage lonen, kochten concurrenten op
om monopolies te creëren en verkochten aandelen tegen opgepompte prijzen.
Enkele van de bekendste en rijkste zakenmensen uit de
Amerikaanse geschiedenis zijn omschreven als robber barons. Hierbij valt te denken aan industriëlen als John
Jacob Astor, rijk geworden in onroerend goed en huiden, Andrew Carnegie,
staalmagnaat, J.P Morgan, bankier en financier, John D. Rockefeller, medeoprichter
van Standard Oil, en Cornelius Vanderbilt, spoorweg- en scheepvaarttycoon. Zij vormden
slechts het topje van de ijsberg van een veel grotere groep industriëlen,
bankiers en spoorwegeigenaars die aan het einde van de negentiende eeuw extreem
rijk werden ten koste van arme arbeiders en immigranten.
De ‘Vergulde Eeuw’
Hoewel de laatste decennia van de negentiende eeuw een
periode was van enorme economische groei in de Verenigde Staten kende deze tijd
ook grote sociale problemen. Door de immigratie van straatarme Italianen,
Polen, Joden en Chinezen nam de armoede in de grote steden toe. Twee economische
depressies, in 1873 en 1893, zorgden voor een rem op de groei. In het zuiden
stortte de economie, mede door de gevolgen van de Amerikaanse Burgeroorlog,
deels in en werd het nog meer afhankelijk van katoen en tabak, twee gewassen
waar de prijzen van daalden. Deze problemen leidden er toe dat schrijvers Mark Twain
en Charles Dudley Warner deze tijd, ondanks de enorme economische groei,
omschreven als de Gilded Age,
Vergulde Eeuw, in hun boek The Gilded
Age: A Tale of Today. De sociale problemen werden in hun ogen slechts
verhuld door een dun laagje goud.
Nieuwe sociale wetten en betere arbeidsvoorwaarden maakten
aan het begin van de twintigste eeuw een einde aan de Vergulde Eeuw. De term robber barons bleef echter nog wel in
zwang; in 1907 gaf schrijfster Lida F. Baldwin bijvoorbeeld nog commentaar op
te term door te stellen dat de zakenwereld in vijfendertig jaar nauwelijks
veranderd was. “We horen nu van alle kanten dat de grootste kapitalisten worden
bestempeld als robber barons. De oude
roofridders uit de middeleeuwen die met zwaard en lans in de hand plunderden
waren nog eerlijker dan deze nieuwe aristocratie van miljonaire oplichters.”
Chodorkovski, en ook andere rijke hedendaagse zakenmensen
als Rupert Murdoch en Donald Trump, worden tegenwoordig veelvuldig vergeleken
met de robber barons van de negentiende
eeuw. Chodorkovski verloor in 2003 een groot deel van zijn fortuin nadat hij
was gearresteerd en veroordeeld werd wegens belastingontduiking en verduistering.
Zijn arrestatie en proces waren waarschijnlijk deels politiek gemotiveerd omdat
Chodorkovski zich als één van de weinige Russische oligarchen negatief uitliet
over president Poetin. Ironisch genoeg hebben criticasters van de president
Poetin ook omschreven als een robber
baron, waardoor er op dat gebied weinig verschil lijkt te zitten tussen de
twee kemphanen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten