Vandaag om elf uur ’s ochtends is het precies 95 jaar
geleden dat een wapenstilstand op 11 november 1918 de Eerste Wereldoorlog
beëindigde. Met dit staakt-het-vuren kwam er een einde aan één van de
dodelijkste oorlogen in de geschiedenis, die in vier jaar tijd aan bijna
twintig miljoen mensen het leven kostte. In de laatste uren voordat de
wapenstilstand inging werden er langs het gehele front nog zware gevechten
geleverd, waarbij uiteindelijk zo’n zevenduizend soldaten gewond raakten en er 2.738
sneuvelden op de laatste dag van de Grote Oorlog.
![]() |
Australische soldaten bij Ieper |
Hoewel de Duitse situatie al enkele weken uitzichtloos was
duurde het nog tot de Matrozenopstand in de nacht van 29 op 30 oktober 1918 tot
er echt een einde kwam aan de Duitse wil om te vechten. Deze Duitse Revolutie
leidde op 9 november tot de abdicatie van keizer Wilhelm II, waarna de nieuwe
Duitse regering onder Friedrich Ebert de zware voorwaarden van de geallieerden
accepteerde. De wapenstilstand werd uiteindelijk in de vroege ochtend van de
elfde november door vertegenwoordigers van de strijdende partijen ondertekend,
waarbij werd besloten dat het om vijf uur ’s ochtends gesigneerde akkoord om elf
uur in zou gaan.
In de zes uur tussen de ondertekening en de van kracht
wording van de wapenstilstand verspreidde het nieuws over het einde van de
oorlog zich onder de soldaten. Toch werd er in deze uren voor het einde van de
strijd nog hard gevochten. Verschillende artillerie-eenheden bleven de Duitse
stellingen onder vuur nemen zodat zij na het einde van de oorlog hun
overgebleven munitie niet mee terug hoefden te slepen en op verschillende
plaatsen werden nog gevechten geleverd tussen Duitse en Franse, Britse en
Amerikaanse troepen. Zo liet de Amerikaanse generaal Wright zijn mannen het
dorpje Stenay innemen omdat daar wasvoorzieningen waren en zijn uitgeputte en
vieze troepen dit volgens hem wel konden gebruiken. Bij deze nutteloze aanval vielen
uiteindelijk ruim driehonderd slachtoffers.
George Edwin Ellison
Van de bijna drieduizend gesneuvelde soldaten op de laatste
dag van de oorlog was George Edwin Ellison de laatste Britse soldaat die het
leven liet. Ellison was veertig op de dag dat hij omkwam en hij was niet de
standaard dienstplichtige waarmee aan het einde van de oorlog grotendeels de rangen
van het Britse leger waren gevuld. Ellison was een beroepssoldaat die aan het begin
van de twintigste eeuw vrijwillig bij het leger was gegaan. Gezien zijn leeftijd is het
niet onwaarschijnlijk dat hij nog in de Tweede Boerenoorlog (1899-1902) heeft
gevochten.
Bij de uitbraak van de Eerste Wereldoorlog in 1914 nam hij,
na eerdere uittreding in 1912, weer dienst en vocht hij met het British Expeditionary
Force in Mons. In de daaropvolgende jaren nam Ellison deel aan enkele van de
grote slagen van de oorlog, zoals die bij Ieper, Armentières en Cambrai, zonder
ooit gewond te raken. Op de laatste dag van de oorlog was Ellison weer terug in
Mons, dat in de dagen daarvoor was heroverd door het Britse leger. Tijdens een
verkenningstocht aan de rand van het dorpje werd hij neergeschoten door een Duitse
scherpschutter. Ellison overleed een half uur voor het einde van de Eerste
Wereldoorlog, waarna hij werd bijgezet op de begraafplaats van Mons. Hier kwam
het graf van de laatste Britse soldaat die sneuvelde tijdens de Eerste
Wereldoorlog te liggen tegenover het graf van John Parr, het eerste Britse
slachtoffer van de oorlog.
Augustin Trébuchon
Augustin Trébuchon, de laatste Franse dode van de oorlog,
was net als Ellison geboren in 1878 en vocht net als zijn Britse tegenhanger
sinds 1914 in de loopgraven van het Westfront. Trébuchon was twee keer gewond
geraakt in de oorlog, die hem onder andere langs de Marne, Verdun en de Somme voerde.
Op 11 november 1918 had hij dienst als boodschapper en was het zijn taak om het
nieuws van de overgave aan zijn kameraden over te brengen. De Fransen hadden in
de laatste uren van de oorlog, mogelijk om druk te zetten op de Duitse
onderhandelaars, echter besloten om rond de Maas een offensief te starten.
Nadat Franse sappeurs met grote moeite een geïmproviseerde
brug over de rivier hadden aangelegd staken zo’n zevenhonderd soldaten de
rivier over. Aan de overkant werden zij opgewacht door ingegraven Duitse
eenheden die meteen het vuur openden. Trébuchon was om kwart voor elf de
laatste van 91 Franse soldaten die op deze rivieroever sneuvelden, met het
bericht dat er om half twaalf na de wapenstilstand hete soep werd geserveerd
nog steeds in zijn hand. Zijn graf werd, net als die van de andere Franse
soldaten die sneuvelden op de laatste dag, gemarkeerd met de datum 10-11-1918
uit Franse schaamte dat zoveel mannen nog stierven vlak voor het einde van de
oorlog.
George Lawrence Price
Canadees George Lawrence Price was de laatste soldaat van
het Britse Rijk die sneuvelde in de oorlog. Price, een vijfentwintigjarige
dienstplichtige, was geboren in Falmout op het Canadese schiereiland Nova
Scotia. Nadat hij op 15 oktober 1917 werd opgeroepen diende hij in het 28e
bataljon van het Canadian Expeditionary Force. Op 11 november nam hij deel aan
een patrouille die de opdracht had het kleine dorpje Havré in te nemen. Tijdens
de oversteek van een kanaal werd Price’s eenheid onder vuur genomen door een
Duitse machinegeweerschutter. De eenheid ging het huis binnen van waaruit was
geschoten, om er achter te komen dat de Duitsers door de achterdeur waren
gevlucht. Price zette de achtervolging in en werd neergeschoten toen hij, zeer
tegen het advies van de bewoner van het huis in, de straat opstapte. Hij stierf
om 10:58, twee minuten voor het ingaan van het staakt-het-vuren.
Henry Gunther
De Amerikaanse soldaat, van Duitse afkomst, Henry Gunther
was de laatste gesneuvelde van de Eerste Wereldoorlog. Gunther, afkomstig uit
Baltimore, werd in september 1917 opgeroepen als dienstplichtige. Als
bevoorradingssergeant was hij verantwoordelijk voor de kleding van zijn
eenheid. Een kritische brief aan een vriend werd echter onderschept door een
censor, waarna Gunther werd gedegradeerd tot soldaat.
Net als alle geallieerde eenheden die deelnamen aan het
Maas-Argonne Offensief was Gunthers compagnie op de dag van de wapenstilstand
nog betrokken bij gevechten met de Duitsers. Vlak voor elf uur stuitten Gunther
en zijn kameraden op een Duitse wegblokkade in de buurt van het Franse dorpje
Chaumont-devant-Damvillers. Tegen de orders van zijn sergeant in stond Gunther
op en rende hij met getrokken bajonet op de Duitse machinegeweren af. De Duitse
soldaten, die zich er van bewust waren dat de oorlog bijna voorbij was,
probeerden Gunther met gebaren tegen te houden, maar de Amerikaanse soldaat
zette zijn aanval door. Nadat hij een aantal schoten loste beantwoorden de
Duitsers het vuur en doodden zij Gunther om 10:59, één minuut voor de
wapenstilstand, met een enkel schot.
Volgens Gunthers medesoldaten piekerde Gunther erg over zijn
terugzetting in rang en wilde hij zich daarom bewijzen tegenover zijn
officieren en kameraden. Gunther werd postuum hersteld in zijn rang als sergeant
en de plaats waar hij sneuvelde werd op 11 november 2008 uitgerust met een
gedenksteen voor de laatste dode van de oorlog.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten