Volgens de Duitse onderzoeker Johannes Tuchel heeft Heinrich
Müller, chef van de gevreesde Gestapo onder Hitler, mogelijk een nogal verrassende
laatste rustplaats gekregen. De nooit teruggevonden politiechef zou volgens Tuchels
onderzoek namelijk begraven zijn op een joodse begraafplaats, nadat hij op 1
mei 1945 in de nadagen van de Slag om Berlijn om het leven was gekomen.
Heinrich Müller werd op 28 april 1900 geboren in München. Nadat
hij tijdens de Eerste Wereldoorlog had gediend als piloot voor een artillerie-uitkijkeenheid
ging hij in 1919 bij de politie. Hier steeg hij vlug door de rangen en kreeg
hij door ervaringen tijdens de Münchense Radenrepubliek een levenslange afkeer
tegen het communisme. In de tijd van de Weimar Republiek kwam hij als hoofd van
de Politieke Politie van München meerdere keren in aanraking met, latere, hoge
nazi’s als Heinrich Himmler en Reinhard Heydrich.
In de vroege jaren ’30 werd Müller gezien als een
tegenstander van de Hitler, die er tijdens de putsch van de nazi’s op 9 maart 1933 zelfs bij zijn superieuren op
aandrong om deze staatsgreep met geweld neer te slaan. Heydrich waardeerde Müllers
professionalisme en vaardigheden als een politieman echter en nam hem onder
zijn vleugels. Nadat Müller in 1934 lid werd van de SS kreeg hij in 1936 de
rang van operationele chef onder Gestapobaas Heydrich. Na Heydrichs promotie
tot chef van het gehele Duitse politieapparaat werd Müller baas van de Gestapo.
In deze tijd kreeg hij ook de bijnaam ‘Gestapo Müller’, om hem te onderscheiden
van een andere SS-generaal genaamd Heinrich Müller.
Tweede Wereldoorlog
Müller was als hoofd van de Gestapo vooral betrokken bij het
detecteren en onderdrukken van alle vormen van verzet tegen het naziregime. In
1935 had de Gestapo, onder zijn leiding als operationele chef, al een einde
gemaakt aan de ondergrondse netwerken van de Communistische en de Sociaaldemocratische
partijen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog verbreedde Müllers werkterrein zich
ook naar spionage en contraspionage, waarbij de Gestapo steeds meer de taken
overnam van de Abwehr, de militaire
inlichtingendienst.
Hoewel Müller geen ideologische nazi was, hij was vooral lid
geworden van de nazipartij om zijn carrièrekansen te vergroten, speelde hij een
grote rol in de vervolging van de Joden. Müller was namelijk de directe
meerdere van Adolf Eichmann, de man die verantwoordelijk was voor de
transporten naar de vernietigingskampen, en kreeg gedetailleerde rapporten van
het werk van de Einsatzgruppen in
Oost-Europa.
Na de moord op zijn mentor Reinhard Heydrich in Praag in mei
1942 verloor Müller aan invloed. Hij leidde wel het onderzoek naar de daders
van de aanslag tot een goed einde, maar botste in de jaren daarna enkele keren
met SS-baas Heinrich Himmler. De mislukte aanslag van Claus von Stauffenberg op
Hitler leidde echter tot een nieuwe kans voor Müller om zich te onderscheiden. Als
hoofd van het onderzoek naar het Complot van 20 juli 1944 zorgde hij voor de
arrestatie van 5.000 mensen, waarvan er uiteindelijk 200 geëxecuteerd werden. In
de laatste maanden van de oorlog bleef Müller vertrouwen houden in een Duitse
overwinning. Hij vertelde één van zijn officieren zelfs dat hij er van
overtuigd was dat het Ardennenoffensief zou leiden tot de herovering van
Parijs.
Verdwijning
Tijdens de Slag om Berlijn was hij samen met de laatste
nazigetrouwen in Hitlers Führerbunker.
Hier werd hij in de avond van 1 mei 1945 voor het laatst gezien, waarna elk
spoor van ‘Gestapo Müller’ ontbrak. Na de oorlog deden verschillende theorieën over
de verdwijning van Müller de ronde. Zo zou hij gevlucht zijn naar Zuid-Amerika,
of zou hij door Westerse of Sovjet inlichtingendiensten gerekruteerd zijn tijdens
de Koude Oorlog. Volgens een onderzoek uit 2008 was Müller op 11 mei 1944 nog
in de aanwezigheid van Himmler in Flensburg, waarna hij tijdens een vluchtpoging
naar Beieren verdwenen was.
Onderzoeker Johannes Tuchel denkt nu echter het antwoord
gevonden te hebben op de vraag wat er met Müller is gebeurd. Volgens een
overlijdenscertificaat uit 1945 en de getuigenis van een grafdelver uit 1963
heeft Müller de Slag om Berlijn niet overleefd. Tuchel is er aan de hand van
deze documenten van overtuigd dat Müller om het leven is gekomen en daarna
begraven is bij het hoofdkwartier van de Luftwaffe.
Zijn lichaam is later opnieuw uit de grond gehaald, waarna Müller werd
herbegraven in een massagraf op een joodse begraafplaats. Vooralsnog ontbreekt
het aan forensisch bewijs om deze theorie te bevestigen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten