zondag 15 september 2013

Geschiedenis van Gibraltar: betwiste Britse Rots in Spanje



Elke nieuwsluwe zomer is het weer een thema in de Spaanse kranten: Spanje wil het Britse Gibraltar terug, terwijl Groot-Brittannië en de Gibraltezen hier niet aan willen. De Rots, en het bijbehorende plaatsje, werden in 1704 tijdens de Spaanse Successieoorlog veroverd door een Engels-Nederlandse vloot, waarna Gibraltar volgens de bepalingen van de Vrede van Utrecht in 1713 een Britse kolonie werd. Sindsdien is de landtong één van de meest betwiste, en versterkte, gebieden van Europa.

 
De voorname positie van Gibraltar in de Europese geschiedenis is vooral te danken aan haar 
strategische ligging. Het schiereiland steekt een eind het water in op een punt waar de Middellandse Zee op haar smalst is. Gibraltar ligt in het uiterste zuiden van Spanje, terwijl de noordkust van Marokko slechts 24 kilometer naar het zuiden ligt. Door deze situering heeft de Rots een grote strategische waarde, of zoals historicus Larry Krieger het al eerder verwoordde: “whoever controls Gibraltar also controls the movement of ships into and out of the Mediterranean. In terms of military and naval power, few places have a more strategic location than Gibraltar”.

Het schiereiland werd in de prehistorie al bewoond door Neanderthalers. In de oudheid vormde de rots een belangrijk heiligdom voor de Feniciërs, Grieken, Carthagezen en Romeinen. Volgens de Grieken en Romeinen was de Rots één van de twee pilaren van Hercules, die bij zijn tiende werk een berg doormidden zou hebben geslagen waardoor een zeearm tussen de Atlantische Oceaan en Middellandse Zee ontstond. Het plaatsje Carteia werd rond 950 voor Christus door de Feniciërs gesticht, waarna het in 206 voor Christus door de Romeinen werd veroverd. Na plundering door de Vandalen werd Carteia in 409 verlaten, waarop Gibraltar een onderdeel werd van het Visigotische Spanje.

Jebel Tariq


In 711 werd het schiereiland, en een groot deel van de rest van Spanje, veroverd door de islamitische Moren. Gibraltar, daarvoor nog Mons Calpe geheten, kreeg daarbij de naam Jebel Tariq, ‘Tariqs Berg’, naar generaal Tariq ibn Ziyad. Dit werd later verbasterd tot Gibraltar.

Onder moslimbewind werd er in 1160 voor het eerst een fort op de Rots gebouwd. Sultan Abd al-Mu’min deed dit als reactie op de dreiging van de vloten van de christelijke koningen van Aragon en Castilië. De strijd om Gibraltar en de wateren rondom de Rots vormde een belangrijk onderdeel van de Reconquista, de herovering van Spanje door de christelijke Spanjaarden. In 1309 werd Gibraltar na een beleg van een maand voor de eerste keer veroverd door de troepen van Ferdinand IV van Castilië. Er kwam echter weer snel een einde aan het Spaanse gezag over de Rots, want in 1333 werd Gibraltar heroverd door de sultan van Fez. In de eeuw daarna volgden verschillende belegeringen, waarna het schiereiland in 1462 definitief werd veroverd door Juan Alonso, de eerste hertog van Medina Sidonia.

Kroonbezit


Na de Spaanse verovering werd Gibraltar in 1501 definitief bezit van de Spaanse Kroon. Met de verovering van het emiraat van Granada in 1492 kwam er een einde aan de Reconquista, waarna Gibraltar haar strategische positie verloor. Het gebied raakte in verval en haalde haar enige inkomsten uit tonijnvisserij en de productie van wijn. De fortificaties werden in deze tijd verwaarloosd, waardoor Gibraltar kwetsbaar werd voor een aanval van buitenaf. Dit bleek in september 1540 toen Barbarijse zeerovers uit Noord-Afrika een aanval op het stadje bij de rots deden en honderden inwoners afvoerden als slaven. Als reactie op deze dreiging besloot de Spaanse koning een nieuwe verdedigingsmuur te bouwen. Deze Karel V Muur vormde een nieuwe bescherming aan de zuidkant, al bleef Gibraltar kwetsbaar voor aanvallen van de zeerovers.

Naast de aanvallen van de zeerovers raakte Gibraltar ook betrokken bij de oorlogen die Spanje voerde met andere Europese mogendheden. Zo vernietigde de Nederlandse admiraal Jacob van Heemskerk tijdens de Tachtigjarige Oorlog in 1607 een Spaanse vloot die voor anker lag bij de Rots. Hierbij verloren de Spanjaarden tien schepen en kwamen 3.000 Spaanse zeelui om het leven. In de decennia daarna was Gibraltar verschillende keren het toneel van de strijd tussen Spanje, Frankrijk, Engeland en de Nederlandse Republiek der Zeven Verenigde Provinciën.

In 1700 brak de Spaanse Successieoorlog uit. De Spaanse koning Karel II was in november van dat jaar kinderloos overleden, waardoor er twee partijen aanspraak konden maken op de Spaanse troon. Filips van Anjou, de kleinzoon van de Franse Zonnekoning Lodewijk XIV, had de beste claim, maar de Habsburgse aartshertog Karel van Oostenrijk meende ook recht te hebben op de Spaanse troon. Groot-Brittannië en de Nederlandse Republiek sloten zich, uit angst voor Franse dominantie in Europa, aan bij Karels Heilige Roomse Rijk.

Verovering van Gibraltar door de Britten


Gibraltar werd in deze oorlog een doelwit voor de Britten en Nederlanders. Op 1 augustus 1704 zette een Brits-Nederlandse vloot, onder bevel van Sir George Rooke, de aanval in op het fort. Zij werd bijgestaan door een strijdmacht van Nederlandse en Britse mariniers, die het stadje na een bombardement vanaf zee van twee kanten aanvielen. Drie dagen later, op 4 augustus 1704, gaf de Spaanse gouverneur van Gibraltar zich over. Hoewel Rooke de Rots in naam van Karel van Oostenrijk had veroverd werd Gibraltar als snel bestuurd als Brits gebied. Bij de Vrede van Utrecht, die in 1713 een einde maakte aan de Spaanse Successieoorlog, werd dan ook besloten dat Gibraltar in Britse handen bleef.

Het verlies van Gibraltar viel slecht in Spanje en er gingen al snel stemmen op om het schiereiland terug te krijgen. In 1727 deden de Spanjaarden een eerste poging met een beleg van de Rots, maar een Britse vloot doorbrak deze omsingeling. De bepalingen van de Vrede van Utrecht werden in 1729 nog eens opnieuw bekrachtigd bij het Verdrag van Sevilla, maar beide landen waren ontevreden. Spanje wilde Gibraltar terug, terwijl de Britten vonden dat zij teveel restricties opgelegd kregen wat betreft omvang van fortificaties, belastingtarieven en de huisvesting van Moren en Joden. Na dit verdrag bouwde Spanje een rij forten en bunkers over de lengte van het schiereiland, waardoor Gibraltar afgesneden werd van het Spaanse vasteland.

Door Britse successen tijdens de Zevenjarige Oorlog (1756-1763) verslechterde de relatie tussen beide landen verder. Met het uitbreken van de Amerikaanse Revolutie in 1776 rook Spanje dan ook haar kans. Het land steunde de Amerikaanse revolutionairen met financiële en militaire hulp en verklaarde Groot-Brittannië ook zelf de oorlog. Op 24 juni 1779 begon Spanje met het Grote Beleg van Gibraltar, dat uiteindelijk ruim drieënhalf jaar duurde. Gibraltar werd omsingeld door een grote Frans-Spaanse vloot en een leger van meer dan 40.000 man. De 5.000 verdedigers hielden echter stug vol en door twee Britse bevoorradingsvloten, die ook nog eens 2.000 extra troepen met zich mee brachten, konden de verdedigers het beleg volhouden totdat er in februari 1783 vrede werd gesloten.

Gibraltar in de 19e en 20e eeuw


Gibraltar herstelde zich daarna snel van de schade van het Grote Beleg. Door het verlies van de Amerikaanse koloniën richtte de Britse handel zich meer op India en Zuidoost-Azië. Gibraltar was de eerste Britse haven op weg naar het oosten en profiteerde dan ook volop mee van toegenomen handelsactiviteit. Naast deze commerciële rol speelde Gibraltar ook nog steeds een belangrijke militaire rol. Tijdens de Napoleontische Oorlogen was het een belangrijke basis voor de Royal Navy, waar het fungeerde als staging area voor de blokkades van Cadiz, Cartagena en Toulon. Tijdens de Spaanse Onafhankelijkheidsoorlog tegen Frankrijk was Gibraltar een belangrijke aanvoerhaven voor de troepen van de hertog van Wellington en het schiereiland vormde de basis van admiraal Horatio Nelson, die bij Trafalgar een grote overwinning behaalde op de Fransen.

Door de komst van de stoomschepen verloor Gibraltar aan belang. In plaats van een belangrijke haven werd de Rots een bevoorradingsstation voor kolen en voedsel. De verhoudingen met Spanje waren gedurende de 19e eeuw relatief goed, al bleef smokkelen, door de lage belastingtarieven in Gibraltar, wel een probleem. Tijdens de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) bewees het schiereiland weer haar waarde als militaire basis. Hoewel Spanje neutraal was en Gibraltar ver weg lag van de loopgraven van het Westfront was de Rots de basis van de Atlantische Vloot en speelde het een grote rol bij de strijd tegen de Duitse U-boten.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog was Gibraltar één van de belangrijkste doorvoerhavens voor de Geallieerde campagne in Noord-Afrika. De Rots werd verschillende keren aangevallen door Duitse en Italiaanse vliegtuigen en er werden ook regelmatig sabotage acties gepleegd tegen het schiereiland. Het Duitse plan om Gibraltar te veroveren, Operatie Felix, ging uiteindelijk niet door omdat de Spaanse dictator Franco besloot neutraal te blijven in het conflict. Na de ineenstorting van Italië in september 1943 nam het gevaar voor Gibraltar significant af.

Na de oorlog kreeg Gibraltar meer politieke autonomie, al laaide het conflict met Spanje wel weer op. Bij een referendum in 1967 stemden 12.138 Gibraltezen voor een blijvende eenheid met Groot-Brittannië, terwijl slechts 44 stemmers zich bij Spanje wilden voegen. Als reactie op dit referendum blokkeerde Franco in 1969 de grensovergang met Spanje, waardoor Gibraltar opnieuw afgesloten werd van het vasteland. Na de dood van Franco ontdooide de relatie weer enigszins en gingen de grenzen weer open.

Een nieuw referendum in 2002 toonde wederom aan dat Gibraltar Brits grondgebied wilde blijven. Door militaire bezuinigingen heeft de Rots weliswaar haar betekenis als militaire basis verloren, maar het is tegenwoordig een populaire toeristische bestemming. Doordat het schiereiland nog steeds bijzonder lage belastingen kent geldt Gibraltar ook nu nog als een smokkelparadijs, waarbij jongeren met waterscooters sloffen sigaretten naar Spaanse stranden vervoeren. Deze smokkelhandel is Spanje, net zoals in de afgelopen driehonderd jaar, een doorn in het oog.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten