Elke nieuwsluwe zomer is het weer een thema in de Spaanse
kranten: Spanje wil het Britse Gibraltar terug, terwijl Groot-Brittannië en de
Gibraltezen hier niet aan willen. De Rots, en het bijbehorende plaatsje, werden
in 1704 tijdens de Spaanse Successieoorlog veroverd door een Engels-Nederlandse
vloot, waarna Gibraltar volgens de bepalingen van de Vrede van Utrecht in 1713
een Britse kolonie werd. Sindsdien is de landtong één van de meest betwiste, en
versterkte, gebieden van Europa.
strategische ligging. Het
schiereiland steekt een eind het water in op een punt waar de Middellandse Zee
op haar smalst is. Gibraltar ligt in het uiterste zuiden van Spanje, terwijl de
noordkust van Marokko slechts 24 kilometer naar het zuiden ligt. Door deze
situering heeft de Rots een grote strategische waarde, of zoals historicus
Larry Krieger het al eerder verwoordde: “whoever controls Gibraltar also
controls the movement of ships into and out of the Mediterranean. In terms of
military and naval power, few places have a more strategic location than
Gibraltar”.
Het schiereiland werd in de prehistorie al bewoond door Neanderthalers.
In de oudheid vormde de rots een belangrijk heiligdom voor de Feniciërs,
Grieken, Carthagezen en Romeinen. Volgens de Grieken en Romeinen was de Rots
één van de twee pilaren van Hercules, die bij zijn tiende werk een berg
doormidden zou hebben geslagen waardoor een zeearm tussen de Atlantische Oceaan
en Middellandse Zee ontstond. Het plaatsje Carteia werd rond 950 voor Christus
door de Feniciërs gesticht, waarna het in 206 voor Christus door de Romeinen
werd veroverd. Na plundering door de Vandalen werd Carteia in 409 verlaten, waarop
Gibraltar een onderdeel werd van het Visigotische Spanje.
Jebel Tariq
In 711 werd het schiereiland, en een groot deel van de rest
van Spanje, veroverd door de islamitische Moren. Gibraltar, daarvoor nog Mons Calpe geheten, kreeg daarbij de
naam Jebel Tariq, ‘Tariqs Berg’, naar
generaal Tariq ibn Ziyad. Dit werd later verbasterd tot Gibraltar.
Onder moslimbewind werd er in 1160 voor het eerst een
fort op de Rots gebouwd. Sultan Abd al-Mu’min deed dit als reactie op de
dreiging van de vloten van de christelijke koningen van Aragon en Castilië. De
strijd om Gibraltar en de wateren rondom de Rots vormde een belangrijk
onderdeel van de Reconquista, de
herovering van Spanje door de christelijke Spanjaarden. In 1309 werd Gibraltar
na een beleg van een maand voor de eerste keer veroverd door de troepen van
Ferdinand IV van Castilië. Er kwam echter weer snel een einde aan het Spaanse
gezag over de Rots, want in 1333 werd Gibraltar heroverd door de sultan van
Fez. In de eeuw daarna volgden verschillende belegeringen, waarna het
schiereiland in 1462 definitief werd veroverd door Juan Alonso, de eerste
hertog van Medina Sidonia.
Kroonbezit
Na de Spaanse verovering werd Gibraltar in 1501 definitief
bezit van de Spaanse Kroon. Met de verovering van het emiraat van Granada in
1492 kwam er een einde aan de Reconquista,
waarna Gibraltar haar strategische positie verloor. Het gebied raakte in verval
en haalde haar enige inkomsten uit tonijnvisserij en de productie van wijn. De
fortificaties werden in deze tijd verwaarloosd, waardoor Gibraltar kwetsbaar
werd voor een aanval van buitenaf. Dit bleek in september 1540 toen Barbarijse
zeerovers uit Noord-Afrika een aanval op het stadje bij de rots deden en
honderden inwoners afvoerden als slaven. Als reactie op deze dreiging besloot
de Spaanse koning een nieuwe verdedigingsmuur te bouwen. Deze Karel V Muur
vormde een nieuwe bescherming aan de zuidkant, al bleef Gibraltar kwetsbaar
voor aanvallen van de zeerovers.
Naast de aanvallen van de zeerovers raakte Gibraltar ook
betrokken bij de oorlogen die Spanje voerde met andere Europese mogendheden. Zo
vernietigde de Nederlandse admiraal Jacob van Heemskerk tijdens de
Tachtigjarige Oorlog in 1607 een Spaanse vloot die voor anker lag bij de Rots.
Hierbij verloren de Spanjaarden tien schepen en kwamen 3.000 Spaanse zeelui om
het leven. In de decennia daarna was Gibraltar verschillende keren het toneel
van de strijd tussen Spanje, Frankrijk, Engeland en de Nederlandse Republiek
der Zeven Verenigde Provinciën.
In 1700 brak de Spaanse Successieoorlog uit. De Spaanse
koning Karel II was in november van dat jaar kinderloos overleden, waardoor er
twee partijen aanspraak konden maken op de Spaanse troon. Filips van Anjou, de
kleinzoon van de Franse Zonnekoning Lodewijk XIV, had de beste claim, maar de
Habsburgse aartshertog Karel van Oostenrijk meende ook recht te hebben op de
Spaanse troon. Groot-Brittannië en de Nederlandse Republiek sloten zich, uit
angst voor Franse dominantie in Europa, aan bij Karels Heilige Roomse Rijk.
Verovering van Gibraltar door de Britten
Gibraltar werd in deze oorlog een doelwit voor de Britten en
Nederlanders. Op 1 augustus 1704 zette een Brits-Nederlandse vloot, onder bevel
van Sir George Rooke, de aanval in op het fort. Zij werd bijgestaan door een
strijdmacht van Nederlandse en Britse mariniers, die het stadje na een
bombardement vanaf zee van twee kanten aanvielen. Drie dagen later, op 4
augustus 1704, gaf de Spaanse gouverneur van Gibraltar zich over. Hoewel Rooke
de Rots in naam van Karel van Oostenrijk had veroverd werd Gibraltar als snel
bestuurd als Brits gebied. Bij de Vrede van Utrecht, die in 1713 een einde
maakte aan de Spaanse Successieoorlog, werd dan ook besloten dat Gibraltar in
Britse handen bleef.
Het verlies van Gibraltar viel slecht in Spanje en er gingen
al snel stemmen op om het schiereiland terug te krijgen. In 1727 deden de
Spanjaarden een eerste poging met een beleg van de Rots, maar een Britse vloot
doorbrak deze omsingeling. De bepalingen van de Vrede van Utrecht werden in
1729 nog eens opnieuw bekrachtigd bij het Verdrag van Sevilla, maar beide
landen waren ontevreden. Spanje wilde Gibraltar terug, terwijl de Britten
vonden dat zij teveel restricties opgelegd kregen wat betreft omvang van
fortificaties, belastingtarieven en de huisvesting van Moren en Joden. Na dit
verdrag bouwde Spanje een rij forten en bunkers over de lengte van het
schiereiland, waardoor Gibraltar afgesneden werd van het Spaanse vasteland.
Door Britse successen tijdens de Zevenjarige Oorlog
(1756-1763) verslechterde de relatie tussen beide landen verder. Met het
uitbreken van de Amerikaanse Revolutie in 1776 rook Spanje dan ook haar kans. Het
land steunde de Amerikaanse revolutionairen met financiële en militaire hulp en
verklaarde Groot-Brittannië ook zelf de oorlog. Op 24 juni 1779 begon Spanje
met het Grote Beleg van Gibraltar, dat uiteindelijk ruim drieënhalf jaar duurde.
Gibraltar werd omsingeld door een grote Frans-Spaanse vloot en een leger van
meer dan 40.000 man. De 5.000 verdedigers hielden echter stug vol en door twee
Britse bevoorradingsvloten, die ook nog eens 2.000 extra troepen met zich mee
brachten, konden de verdedigers het beleg volhouden totdat er in februari 1783
vrede werd gesloten.
Gibraltar in de 19e en 20e eeuw
Gibraltar herstelde zich daarna snel van de schade van het
Grote Beleg. Door het verlies van de Amerikaanse koloniën richtte de Britse
handel zich meer op India en Zuidoost-Azië. Gibraltar was de eerste Britse
haven op weg naar het oosten en profiteerde dan ook volop mee van toegenomen
handelsactiviteit. Naast deze commerciële rol speelde Gibraltar ook nog steeds
een belangrijke militaire rol. Tijdens de Napoleontische Oorlogen was het een
belangrijke basis voor de Royal Navy, waar het fungeerde als staging area voor de blokkades van
Cadiz, Cartagena en Toulon. Tijdens de Spaanse Onafhankelijkheidsoorlog tegen
Frankrijk was Gibraltar een belangrijke aanvoerhaven voor de troepen van de
hertog van Wellington en het schiereiland vormde de basis van admiraal Horatio
Nelson, die bij Trafalgar een grote overwinning behaalde op de Fransen.
Door de komst van de stoomschepen verloor Gibraltar aan
belang. In plaats van een belangrijke haven werd de Rots een bevoorradingsstation
voor kolen en voedsel. De verhoudingen met Spanje waren gedurende de 19e eeuw relatief
goed, al bleef smokkelen, door de lage belastingtarieven in Gibraltar, wel een
probleem. Tijdens de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) bewees het schiereiland
weer haar waarde als militaire basis. Hoewel Spanje neutraal was en Gibraltar
ver weg lag van de loopgraven van het Westfront was de Rots de basis van de
Atlantische Vloot en speelde het een grote rol bij de strijd tegen de Duitse
U-boten.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog was Gibraltar één van de
belangrijkste doorvoerhavens voor de Geallieerde campagne in Noord-Afrika. De Rots
werd verschillende keren aangevallen door Duitse en Italiaanse vliegtuigen en
er werden ook regelmatig sabotage acties gepleegd tegen het schiereiland. Het Duitse
plan om Gibraltar te veroveren, Operatie Felix, ging uiteindelijk niet door
omdat de Spaanse dictator Franco besloot neutraal te blijven in het conflict. Na
de ineenstorting van Italië in september 1943 nam het gevaar voor Gibraltar
significant af.
Na de oorlog kreeg Gibraltar meer politieke autonomie, al
laaide het conflict met Spanje wel weer op. Bij een referendum in 1967 stemden
12.138 Gibraltezen voor een blijvende eenheid met Groot-Brittannië, terwijl
slechts 44 stemmers zich bij Spanje wilden voegen. Als reactie op dit
referendum blokkeerde Franco in 1969 de grensovergang met Spanje, waardoor
Gibraltar opnieuw afgesloten werd van het vasteland. Na de dood van Franco
ontdooide de relatie weer enigszins en gingen de grenzen weer open.
Een nieuw referendum in 2002 toonde wederom aan dat
Gibraltar Brits grondgebied wilde blijven. Door militaire bezuinigingen heeft
de Rots weliswaar haar betekenis als militaire basis verloren, maar het is
tegenwoordig een populaire toeristische bestemming. Doordat het schiereiland
nog steeds bijzonder lage belastingen kent geldt Gibraltar ook nu nog als een
smokkelparadijs, waarbij jongeren met waterscooters sloffen sigaretten naar Spaanse
stranden vervoeren. Deze smokkelhandel is Spanje, net zoals in de afgelopen
driehonderd jaar, een doorn in het oog.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten