maandag 11 november 2013

De tragische laatste doden van de Eerste Wereldoorlog



Vandaag om elf uur ’s ochtends is het precies 95 jaar geleden dat een wapenstilstand op 11 november 1918 de Eerste Wereldoorlog beëindigde. Met dit staakt-het-vuren kwam er een einde aan één van de dodelijkste oorlogen in de geschiedenis, die in vier jaar tijd aan bijna twintig miljoen mensen het leven kostte. In de laatste uren voordat de wapenstilstand inging werden er langs het gehele front nog zware gevechten geleverd, waarbij uiteindelijk zo’n zevenduizend soldaten gewond raakten en er 2.738 sneuvelden op de laatste dag van de Grote Oorlog.

Australische soldaten bij Ieper
Hoewel de Duitse situatie al enkele weken uitzichtloos was duurde het nog tot de Matrozenopstand in de nacht van 29 op 30 oktober 1918 tot er echt een einde kwam aan de Duitse wil om te vechten. Deze Duitse Revolutie leidde op 9 november tot de abdicatie van keizer Wilhelm II, waarna de nieuwe Duitse regering onder Friedrich Ebert de zware voorwaarden van de geallieerden accepteerde. De wapenstilstand werd uiteindelijk in de vroege ochtend van de elfde november door vertegenwoordigers van de strijdende partijen ondertekend, waarbij werd besloten dat het om vijf uur ’s ochtends gesigneerde akkoord om elf uur in zou gaan.

In de zes uur tussen de ondertekening en de van kracht wording van de wapenstilstand verspreidde het nieuws over het einde van de oorlog zich onder de soldaten. Toch werd er in deze uren voor het einde van de strijd nog hard gevochten. Verschillende artillerie-eenheden bleven de Duitse stellingen onder vuur nemen zodat zij na het einde van de oorlog hun overgebleven munitie niet mee terug hoefden te slepen en op verschillende plaatsen werden nog gevechten geleverd tussen Duitse en Franse, Britse en Amerikaanse troepen. Zo liet de Amerikaanse generaal Wright zijn mannen het dorpje Stenay innemen omdat daar wasvoorzieningen waren en zijn uitgeputte en vieze troepen dit volgens hem wel konden gebruiken. Bij deze nutteloze aanval vielen uiteindelijk ruim driehonderd slachtoffers.

George Edwin Ellison

 

Van de bijna drieduizend gesneuvelde soldaten op de laatste dag van de oorlog was George Edwin Ellison de laatste Britse soldaat die het leven liet. Ellison was veertig op de dag dat hij omkwam en hij was niet de standaard dienstplichtige waarmee aan het einde van de oorlog grotendeels de rangen van het Britse leger waren gevuld. Ellison was een beroepssoldaat die aan het begin van de twintigste eeuw vrijwillig bij het leger was gegaan. Gezien zijn leeftijd is het niet onwaarschijnlijk dat hij nog in de Tweede Boerenoorlog (1899-1902) heeft gevochten.

Bij de uitbraak van de Eerste Wereldoorlog in 1914 nam hij, na eerdere uittreding in 1912, weer dienst en vocht hij met het British Expeditionary Force in Mons. In de daaropvolgende jaren nam Ellison deel aan enkele van de grote slagen van de oorlog, zoals die bij Ieper, Armentières en Cambrai, zonder ooit gewond te raken. Op de laatste dag van de oorlog was Ellison weer terug in Mons, dat in de dagen daarvoor was heroverd door het Britse leger. Tijdens een verkenningstocht aan de rand van het dorpje werd hij neergeschoten door een Duitse scherpschutter. Ellison overleed een half uur voor het einde van de Eerste Wereldoorlog, waarna hij werd bijgezet op de begraafplaats van Mons. Hier kwam het graf van de laatste Britse soldaat die sneuvelde tijdens de Eerste Wereldoorlog te liggen tegenover het graf van John Parr, het eerste Britse slachtoffer van de oorlog.

Augustin Trébuchon


Augustin Trébuchon, de laatste Franse dode van de oorlog, was net als Ellison geboren in 1878 en vocht net als zijn Britse tegenhanger sinds 1914 in de loopgraven van het Westfront. Trébuchon was twee keer gewond geraakt in de oorlog, die hem onder andere langs de Marne, Verdun en de Somme voerde. Op 11 november 1918 had hij dienst als boodschapper en was het zijn taak om het nieuws van de overgave aan zijn kameraden over te brengen. De Fransen hadden in de laatste uren van de oorlog, mogelijk om druk te zetten op de Duitse onderhandelaars, echter besloten om rond de Maas een offensief te starten.

Nadat Franse sappeurs met grote moeite een geïmproviseerde brug over de rivier hadden aangelegd staken zo’n zevenhonderd soldaten de rivier over. Aan de overkant werden zij opgewacht door ingegraven Duitse eenheden die meteen het vuur openden. Trébuchon was om kwart voor elf de laatste van 91 Franse soldaten die op deze rivieroever sneuvelden, met het bericht dat er om half twaalf na de wapenstilstand hete soep werd geserveerd nog steeds in zijn hand. Zijn graf werd, net als die van de andere Franse soldaten die sneuvelden op de laatste dag, gemarkeerd met de datum 10-11-1918 uit Franse schaamte dat zoveel mannen nog stierven vlak voor het einde van de oorlog.

George Lawrence Price

 

Canadees George Lawrence Price was de laatste soldaat van het Britse Rijk die sneuvelde in de oorlog. Price, een vijfentwintigjarige dienstplichtige, was geboren in Falmout op het Canadese schiereiland Nova Scotia. Nadat hij op 15 oktober 1917 werd opgeroepen diende hij in het 28e bataljon van het Canadian Expeditionary Force. Op 11 november nam hij deel aan een patrouille die de opdracht had het kleine dorpje Havré in te nemen. Tijdens de oversteek van een kanaal werd Price’s eenheid onder vuur genomen door een Duitse machinegeweerschutter. De eenheid ging het huis binnen van waaruit was geschoten, om er achter te komen dat de Duitsers door de achterdeur waren gevlucht. Price zette de achtervolging in en werd neergeschoten toen hij, zeer tegen het advies van de bewoner van het huis in, de straat opstapte. Hij stierf om 10:58, twee minuten voor het ingaan van het staakt-het-vuren.

Henry Gunther

 

De Amerikaanse soldaat, van Duitse afkomst, Henry Gunther was de laatste gesneuvelde van de Eerste Wereldoorlog. Gunther, afkomstig uit Baltimore, werd in september 1917 opgeroepen als dienstplichtige. Als bevoorradingssergeant was hij verantwoordelijk voor de kleding van zijn eenheid. Een kritische brief aan een vriend werd echter onderschept door een censor, waarna Gunther werd gedegradeerd tot soldaat.

Net als alle geallieerde eenheden die deelnamen aan het Maas-Argonne Offensief was Gunthers compagnie op de dag van de wapenstilstand nog betrokken bij gevechten met de Duitsers. Vlak voor elf uur stuitten Gunther en zijn kameraden op een Duitse wegblokkade in de buurt van het Franse dorpje Chaumont-devant-Damvillers. Tegen de orders van zijn sergeant in stond Gunther op en rende hij met getrokken bajonet op de Duitse machinegeweren af. De Duitse soldaten, die zich er van bewust waren dat de oorlog bijna voorbij was, probeerden Gunther met gebaren tegen te houden, maar de Amerikaanse soldaat zette zijn aanval door. Nadat hij een aantal schoten loste beantwoorden de Duitsers het vuur en doodden zij Gunther om 10:59, één minuut voor de wapenstilstand, met een enkel schot.

Volgens Gunthers medesoldaten piekerde Gunther erg over zijn terugzetting in rang en wilde hij zich daarom bewijzen tegenover zijn officieren en kameraden. Gunther werd postuum hersteld in zijn rang als sergeant en de plaats waar hij sneuvelde werd op 11 november 2008 uitgerust met een gedenksteen voor de laatste dode van de oorlog.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten