vrijdag 1 november 2013

‘Gestapo Müller’ mogelijk begraven op joods kerkhof



Volgens de Duitse onderzoeker Johannes Tuchel heeft Heinrich Müller, chef van de gevreesde Gestapo onder Hitler, mogelijk een nogal verrassende laatste rustplaats gekregen. De nooit teruggevonden politiechef zou volgens Tuchels onderzoek namelijk begraven zijn op een joodse begraafplaats, nadat hij op 1 mei 1945 in de nadagen van de Slag om Berlijn om het leven was gekomen.

Heinrich Müller werd op 28 april 1900 geboren in München. Nadat hij tijdens de Eerste Wereldoorlog had gediend als piloot voor een artillerie-uitkijkeenheid ging hij in 1919 bij de politie. Hier steeg hij vlug door de rangen en kreeg hij door ervaringen tijdens de Münchense Radenrepubliek een levenslange afkeer tegen het communisme. In de tijd van de Weimar Republiek kwam hij als hoofd van de Politieke Politie van München meerdere keren in aanraking met, latere, hoge nazi’s als Heinrich Himmler en Reinhard Heydrich.

In de vroege jaren ’30 werd Müller gezien als een tegenstander van de Hitler, die er tijdens de putsch van de nazi’s op 9 maart 1933 zelfs bij zijn superieuren op aandrong om deze staatsgreep met geweld neer te slaan. Heydrich waardeerde Müllers professionalisme en vaardigheden als een politieman echter en nam hem onder zijn vleugels. Nadat Müller in 1934 lid werd van de SS kreeg hij in 1936 de rang van operationele chef onder Gestapobaas Heydrich. Na Heydrichs promotie tot chef van het gehele Duitse politieapparaat werd Müller baas van de Gestapo. In deze tijd kreeg hij ook de bijnaam ‘Gestapo Müller’, om hem te onderscheiden van een andere SS-generaal genaamd Heinrich Müller.

Tweede Wereldoorlog


Müller was als hoofd van de Gestapo vooral betrokken bij het detecteren en onderdrukken van alle vormen van verzet tegen het naziregime. In 1935 had de Gestapo, onder zijn leiding als operationele chef, al een einde gemaakt aan de ondergrondse netwerken van de Communistische en de Sociaaldemocratische partijen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog verbreedde Müllers werkterrein zich ook naar spionage en contraspionage, waarbij de Gestapo steeds meer de taken overnam van de Abwehr, de militaire inlichtingendienst.

Hoewel Müller geen ideologische nazi was, hij was vooral lid geworden van de nazipartij om zijn carrièrekansen te vergroten, speelde hij een grote rol in de vervolging van de Joden. Müller was namelijk de directe meerdere van Adolf Eichmann, de man die verantwoordelijk was voor de transporten naar de vernietigingskampen, en kreeg gedetailleerde rapporten van het werk van de Einsatzgruppen in Oost-Europa.

Na de moord op zijn mentor Reinhard Heydrich in Praag in mei 1942 verloor Müller aan invloed. Hij leidde wel het onderzoek naar de daders van de aanslag tot een goed einde, maar botste in de jaren daarna enkele keren met SS-baas Heinrich Himmler. De mislukte aanslag van Claus von Stauffenberg op Hitler leidde echter tot een nieuwe kans voor Müller om zich te onderscheiden. Als hoofd van het onderzoek naar het Complot van 20 juli 1944 zorgde hij voor de arrestatie van 5.000 mensen, waarvan er uiteindelijk 200 geëxecuteerd werden. In de laatste maanden van de oorlog bleef Müller vertrouwen houden in een Duitse overwinning. Hij vertelde één van zijn officieren zelfs dat hij er van overtuigd was dat het Ardennenoffensief zou leiden tot de herovering van Parijs.

Verdwijning


Tijdens de Slag om Berlijn was hij samen met de laatste nazigetrouwen in Hitlers Führerbunker. Hier werd hij in de avond van 1 mei 1945 voor het laatst gezien, waarna elk spoor van ‘Gestapo Müller’ ontbrak. Na de oorlog deden verschillende theorieën over de verdwijning van Müller de ronde. Zo zou hij gevlucht zijn naar Zuid-Amerika, of zou hij door Westerse of Sovjet inlichtingendiensten gerekruteerd zijn tijdens de Koude Oorlog. Volgens een onderzoek uit 2008 was Müller op 11 mei 1944 nog in de aanwezigheid van Himmler in Flensburg, waarna hij tijdens een vluchtpoging naar Beieren verdwenen was.

Onderzoeker Johannes Tuchel denkt nu echter het antwoord gevonden te hebben op de vraag wat er met Müller is gebeurd. Volgens een overlijdenscertificaat uit 1945 en de getuigenis van een grafdelver uit 1963 heeft Müller de Slag om Berlijn niet overleefd. Tuchel is er aan de hand van deze documenten van overtuigd dat Müller om het leven is gekomen en daarna begraven is bij het hoofdkwartier van de Luftwaffe. Zijn lichaam is later opnieuw uit de grond gehaald, waarna Müller werd herbegraven in een massagraf op een joodse begraafplaats. Vooralsnog ontbreekt het aan forensisch bewijs om deze theorie te bevestigen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten